Lees op de Facebook pagina van Bloedvloek de eerste pagina’s van de Nevelen Reeks…
Bloedvloek
De nevelen reeks
Bekijk de Sloan stamboom. Opgetekend uit de verzamelde gegevens door onder anderen Liam Sloan en Hugh Sloan.
Naar Facebook Pagina
Nuala Kara heeft geen makkelijke jeugd achter de rug als ze op haar achttiende naar Eugene, Oregon vlucht om daar te studeren. Te gekwetst om een ander te durven vertrouwen, wil ze zich alleen nog maar op haar studies richten. Tot een medestudent, Teyrnon Leandros, zijn oog op haar laat vallen. Teyrnon en zijn familie hebben echter een geheim, een duister geheim. Onsterfelijkheid.
Impressies
Impressie Bloedvloek, Nevelen van het Heden.
Keek er soms iemand naar haar? Abrupt draaide het meisje haar hoofd richting het hoge slaapkamerraam. Ze moest zelf op een stoel staan als ze de straat wilde zien. Vanaf de grond kon ze enkel naar de donkere lucht kijken. Er was dus niemand die haar zien kon; toch trok ze het donkerblauwe gordijntje iets beter dicht. Aan de andere kant ontstond nu een kier waardoor de man naar binnen kon gluren. Met engelengeduld wachtte Teyrnon tot ze naar bed ging. Waarop hij opnieuw wachtte tot haar slaap ver genoeg was gevorderd. Toen legde hij zijn hand plat op het schuine raam dat naar binnen toe opende en duwde deze - ze had vergeten het slot erop te draaien - open. Zonder enige moeite glipte hij via de halve meter grote opening naar binnen. Op de stoel in de hoek van haar slaapkamer nam hij vervolgens plaats. Hij voelde, rook, zag en luisterde. En weifelde. Zolang had hij deze drang weten te onderdrukken. Dag na dag, jaar na jaar. Tot enkele uren geleden was hij de persoon die hij wilde zijn. Maar haar bloed brandt in mij, dacht hij. Opnieuw vormden zich zweetdruppels boven zijn lip, een trilling in zijn handen. Vervloekt. Ik had niet met haar geconfronteerd mogen worden. Of zij met mij? Hoe mooi ze is. Die lippen, dat haar. Is het alleen de moordlust die mij hier heeft gebracht? Hoe zou het
zijn om die lippen te proeven? Zou hij de drang kunnen weerstaan erin te bijten en ze leeg te zuigen? Als zijn mond zo dicht bij haar huid was, zou hij dan niet willen bijten en proeven? Ontwaak, schone Nuala, er is een monster in jouw kamer. Teyrnon Leandros sloot enkele tellen zijn ogen. Tot hij zichzelf in haar gedachten herkende. Met zijn mondhoeken iets opgekruld, aanschouwde hij de uitdrukking op haar gezicht. Denk je aan me, schone Nuala? dacht hij. Al ving hij reeds de stille klanken op. ... mooi hij is. En intens... Waarom sprak hij mij aan? Ik ben bang... Hij is zo...overweldigend. Hoe groot is hij? En meter vijf of zesentachtig? Ik haal net de n meter vierenzestig. Ik zou niet aan hem moeten denken... Oh, wie heeft dit bedacht? Ik kan me niet veroorloven iemand te vertrouwen... Of lief te hebben. En nu gelijk deze eerste dag is hij er. Teyrnon. Misschien zie ik hem alleen maar op maandag. Ja. En zeer waarschijnlijk ben ik allang uit zijn gedachten... De uitdrukking op zijn knap gelaat een stuk somberder, keek hij de jonge Nuala Kara aan. Hoe angstig en onzeker haar gedachten waren. Wat als je de waarheid over mij wist? dacht hij. Je vreest me nu al. Wat als ik je vertel dat ik niet kan sterven? Ik wil niet het beest uit de sprookjes zijn... Maar lange tijd heb ik die rol wel gespeeld. Ah, Nuala... De man keek naar de palm van zijn linkerhand en vormde er vervolgens een vuist mee. Hetzelfde deed hij met zijn andere hand. Hoe sterk de drang in hem ook was... Ik wil je niet doden, dacht hij. Ik wil je vertellen wie ik ben... Of moet ik zeggen, wat ik ben?
Impressie Bloedvloek, Nevelen van Morgen (boek 3)
Ze hadden haar alleen gelaten. Met ingehouden adem staarde Nuala naar de gesloten deur van Teyrnons slaapkamer. Ineens realiseerde ze zich dat ze niet meer ademde en inhaleerde diep. Het haperde. “Oh, mijn God,” fluisterde ze. “Oh, God...” In een reflex legde ze haar hand voor haar mond. Hoe kan dit? In gedachten herhaalde ze het gesprek dat ze zojuist met haar vriendje had gevoerd... “Weet je zeker dat je geen vampier bent?” had ze gevraagd. Iets wat ze zich nooit had kunnen bedenken ooit te moeten vragen. “Mijn hand voelt warm aan, of niet dan?” had hij gezegd. Nuala keek naar haar nu lege hand. “Bovendien ben ik, noch mijn familie ooit gestorven.” Ze had in zijn ogen gekeken. Zijn magische, indigo gekleurde ogen met een zweem van tanzaniet en de purperen rand. Is onze relatie echt? Hij heeft gedood. Zijn familie heeft mensen gedood vanwege hun bloed. Zullen ze mij ook doden? Uiteindelijk? Een vlammende pijn golfde op dat moment door haar schedel. Vanuit haar maag klotste het zuur steeds regelmatiger tegen haar slokdarm aan. Een toename van druk in haar buik, koud speeksel in haar mond. Shit. Zo snel als ze kon, schoof ze haar lichaam uit bed en strompelde naar de badkamer. Net op tijd wist ze haar hoofd boven het toilet te krijgen. Nog tijdens de eerste samentrekking van haar lichaam, voelde ze hoe ineens iemand haar haren vastgreep. Met zijn andere hand ondersteunde de persoon haar. Angst wilde haar lichaam doen verstijven, maar eerst moest het overgeven. “Rustig maar,” sprak Brian haar kalmerend toe. Een tweede keer gaf ze over. Een wrijvende beweging over haar rug. Nuala zuchtte, tot uiteindelijk het zwaar beroerde gevoel afnam. Ze liet zich op haar billen zakken en schoof onder de hand vandaan. De verpleger keek haar even aan waarop hij een glas water voor haar inschonk. “Je hebt een hersenschudding opgelopen,”
vertelde hij en zette het glas voor haar neer. “Tijdens het ongeluk dat je net hebt gehad... Maar voor de rest heb je gelukkig geen verwondingen. Je hebt al met al erg veel geluk gehad vandaag.” Het meisje staarde naar het glas voor haar. Omgeven zijn door seriemoordenaars, dat noemde hij geluk hebben? “Ik voel me niet erg gelukkig,” klonk haar stem gespannen waarbij ze hem slechts schielijk aankeek. Brian bewoog enkele tellen zijn lippen over elkaar terwijl hij de argwaan in haar ogen waarnam. “Ben ik dan zoveel veranderd deze laatste uren?” sprak hij op een zachte en vriendelijke toon tot haar. Nuala slikte. Bah, wat een walgelijke smaak heb ik in mijn mond. Ze nam het glas - haar handen trilden - en spoelde haar mond. Te verlamd van angst en zwakte om nu op dit moment op te kunnen staan, spuwde ze maar in het putje van de douche. Hoe anders het nu voelde om alleen te zijn met deze man. Voorheen had zijn uiterlijk en de speelse wijze waarop hij haar soms had aangekeken haar doen blozen. Voorheen had ze zich veilig gevoeld. “Je was al nooit wie ik dacht dat je was.” De gespannenheid in haar stem bleef, evenals de warmte die uit zijn ogen straalde. “Wie dacht je dan wie ik was?” klonk hij nog altijd even gemoedelijk. De verpleger knielde voor haar neer en ging eveneens met zijn billen op de tegels zitten. “Weet ik niet,” sprak ze ontkennend. “Jawel... Anders zou je niet zeggen dat ik niet ben wie jij dacht dat ik was... Wie dacht je wie ik was? Vertel het me, Nuala.” Ze wendde haar blik af. Hem rechtstreeks aankijken was moeilijk en eng nu. Zijn vriendelijke, doch strenge blik bleef niettemin op haar gericht. De heersende stilte begon onaangenaam te worden, althans voor haar. “Menselijk,” besloot ze te zeggen. Een wenkbrauw fronste. “Je vindt me nu niet menselijk meer?”
Copyright Dawn Avalon.nl
Dawn Avalon.NL
www.dawnavalon.nl
Ontdek tevens de spinoff van Bloedvloek. De Lucina Bloedvloek. Deel 1 - Het geheim van het Lucina internaat